In het algemeen

Consumenten laten zich in hun keuze eerder leiden door emotionele waarde en/of symbolische waarde die ondernemers aan producten en/of dienst toevoegen. Zoals status, zelfontplooiing, waardering, gevoel, aandacht en verbeelding.

Belevenissen komen tegemoet aan de wensen van de consument die ‘alles’ al bezit en alles al heeft gezien. Doordat de ervaringen die belevenissen bieden persoonlijk zijn, en dus voor iedere consument uniek, zijn ze het antwoord op de vraag naar exclusiviteit. Want in een maatschappij waarin luxe niet langer is voorbehouden aan de upper class, ontleent de consument zijn status steeds vaker aan ervaringen die hij heeft gehad, en daarmee aan de (unieke) verhalen die hij daarover kan vertellen. Het product en/of merk is geen ding maar een gevoel.

De grondleggers van de belevenis economie zijn Pine en Gilmore. Er zijn volgens hen vier belevenisdomeinen, dit zijn: amusement, leren, ethiek en escapisme. Dit houd in dat ondernemingen een belevenis creëren bij het product om zo hun klanten bij de ervaring te betrekken op een manier die hen bijblijft. Consumenten willen opgaan in de beleving.